Dag 11

Vrijdag 29 juli

We zijn alle drie weer lekker moe. We besluiten er dus weer een rustige dag van te maken. We rijden naar Beer, een prachtig klein dorpje aan zee, ingenesteld tussen de heuvels en kliffen. We parkeren en lopen richting zee. Het is een idyllisch plekje, gericht op toeristen.

We slenteren de kliffen richting Branscombe op en genieten van de prachtige uitzichten. De rotsen zijn hier wit van het kalk en doorregen met vuursteen en fossielen.

Na een km of 2,5 keren we om en nemen we de zelfde weg terug. Nu zijn wij inmiddels wel gewend om door weilanden met vee te wandelen met Sam. Dit gaat ook altijd gewoon goed. Sam kort houden, rustig door lopen en wat afstand houden van de dieren, geen punt. Vandaag ging het even anders.. De kudde koeien die we eerder al gepasseerd waren, op afstand, besloot door een hek te willen waar het pad ook door loopt. Precies op het moment dat wij daar ook komen. Er komen nog twee vrouwen met een hondje ons tegemoet langs de koeien wat geen problemen gaf.

Wij besluiten de dieren even wat tijd te geven om zich op het weiland te begeven. Niet zo handig achteraf. De dieren zijn erg nieuwsgierig, zo ook de kalfjes, en er komt er een naar ons toe. Sam geeft een blaf waardoor moeder koe gealarmeerd is en op Sam af komt. Met haar kop laag geeft ze Sam een duw met haar neus. Hij rolt omver, piept als een speenvarken, ik geef een harde gil. De koe druipt nu gelukkig af. Thijs neemt Sam op de arm en loopt nu langs de kudde snel naar het volgende weiland. Sam heeft nergens last van en dribbelt gewoon vrolijk verder wanneer Thijs hem neerzet. Wij hebben daar in tegen een flinke adrenaline rush wat we op het strand met een ijsje proberen te laten zakken..

Ik pluk nog een potentieel fossiel van het strand, Sam kijkt even bij zee (te woest voor hem) en we gaan weer op weg naar de camping.

Chillen bij de tent, spelletje en op tijd tukken.