Dag 4: wandelen op Kerrera
Vrijdag 18-7
Het lijkt een stralende dag te worden. Na de gebruikelijke ochtendroutine pakken we onze wandelspullen en lopen de camping af. Na ongeveer 20 minuten kuieren zijn we bij het veerpontje naar Kerrera.
Dit eilandje ligt pal tegenover de camping (zoals ik al eerder schreef: we kijken er vanuit de tent op) en in de wandelgids staat een mooie trip over het eiland beschreven (walk nr 16). Het is aardig druk bij het pontje en we moeten een ronde wachten (er mogen maar 12 mensen tegelijk op). Dan worden we keurig over gezet.
We gaan links af richting Lower Gylen teagarden. We lopen over een goed gravelpad en de zon schijnt volop. We komen langs Horseshoe bay waar naar verluid in 1249 koning Alexander II van Schotland gestorven is. We lopen ook langs een fort uit de ijzertijd.
Dan na een klein uurtje zijn we bij de teagarden. Een kleine oase in de zon. We drinken een groot glas cola en eten er een heerlijke huisgemaakte scone bij.
We lopen iets terug en slaan het pad in wat leidt naar Gylen castle. Deze ruïne ligt prachtig op de rotsen aan zee. In 1582 gebouwd en in 1647 al weer verwoest en verlaten. Nu in onderhoud door stichtingen gelieerd aan de Mac Dougall’s die het ooit bouwden. De toren is nog te bekijken en ik dwaal er met Sam een beetje doorheen. De baai onder aan de rotsen is prachtig om te zien. Het is werkelijk een haast magische plek.
We lopen langs het water naar het westen en via een grassig pad naar de ‘hoofdweg’ wat nu echt een smal stenig pad is geworden. 7
We klimmen iets omhoog langs een boerderij. Er wonen zo’n 40 mensen op het eiland en er zijn 4 working farms. Veel mensen komen we dus niet tegen verder, afgezien van wat wandelaars.
Langs de westkant van Kerrera hebben we een mooi zicht op buureiland Mull. De baai Barr nan Boc is nu leeg en verlaten, maar ooit was dit een drukke haven en dé oversteek naar Mull. Pas toen na 1800 MacBrayne een verbinding vanuit Oban legde is de haven in ongebruik geraakt en uiteindelijk verdwenen. De uitzichten onderweg zijn prachtig. Hoe hoger we komen hoe meer we zien. Mull, Lismore, Loch Linnhe, de bergen rond Glencoe en zelfs de Ben Nevis menen we te ontwaren in de verte. Dan even verderop heel duidelijk de ‘twin peaks’ van Cruachan (the hollow mountain, zie WHW verslag..) met daar voor Oban aan het water.
Na 12 km en 3 uur komen we weer bij het pontje aan. Het is inmiddels iets dichtgetrokken en het waait stevig.
Bij de camping gaan de benen omhoog en is het lekker relaxen. De benen hebben het goed doorstaan maar zijn wel wat moe. Ik moet nog steeds rekening houden met een lagere belastbaarheid dan voorheen (hoe dat komt is ook terug te lezen in het WHW-verslag elders op deze site). We eten een lekkere pasta en doen een spelletje. Om 22.00 duiken we de slaapzakken in.